Help mee!


Tom Sanders en blindengeleidehond Kelim

Wil ik als slechtziende of blinde een blindengeleidenhond? Het voordeel hiervan is vaak wel duidelijk, maar deze beslissing vraagt wel om een zorgvuldig doordachte keuze. Tom Sanders (19, ziet nog ongeveer 5 procent) heeft sinds september 2021 Kelim in huis, een kruising tussen een labrador en een golden retriever. Het is hard werken, weet hij inmiddels, maar hij zou hem nu al voor geen goud meer willen missen.

Voorafgaand aan de aanvraag voor een blindengeleidehond is er binnen het gezin van Tom Sanders (vader, moeder en zus) goed over nagedacht, omdat ze geen ervaring hebben met honden. Hebben we voldoende tijd om ‘m uit te laten, gaan we ons niet ergeren aan hondenharen op de vloerbedekking? “Uiteindelijk stonden we er allemaal achter en hebben we een aanvraag ingediend bij het Koninklijk Nederlands Geleidehonden Fonds (KNGF).”

Meerwaarde

Daarmee is de kous nog niet af. Vanzelfsprekend wil het KNGF er zeker van zijn dat hun honden op een goede plek terechtkomen. En dat houdt meer in dan de bereidheid om goed voor de hond te zorgen. Tom: “Een blindengeleidenhond moet genoeg ‘werk’ hebben. Eén keer per dag naar de plaatselijke supermarkt is te weinig.” Tom is actiever. Hij gaat in principe elke doordeweekse dag met de bus op en neer naar zijn Fontys-opleiding Toegepaste Wiskunde, op het terrein van de TU in Eindhoven: “Met een stok blijft je aftasten waar je loopt. Kelim, die de route van bushalte naar de TU op zijn duimpje kent, gaat recht op zijn doel af.” De laatste maanden was de TU vaker dicht dan open, waardoor Tom vooral thuis studeerde. “Toch ga ik vijf à zes keer per dag met Kelim de deur uit. Soms ‘in tuig’, zodat hij weet dat hij aan het werk is, soms zonder, zodat hij lekker kan rondrennen en met andere honden kan spelen.”

Tom met zijn hond Kelim

Roltrap

Kelim is getraind door de ervaren Peter Lasaroms uit Middelaar. Na eerst bij KNGF in dienst te zijn geweest, is hij nu al jaren eigen baas. Bij hem leren de honden de kneepjes van het blindengeleiden. “In totaal werken we ongeveer honderdvijftig uur met een hond. Dat gaat van goed naast iemand lopen – indien mogelijk altijd tussen de persoon en de objecten in – tot het oefenen van allerlei situaties.” Dat laatste gebeurt veel in Nijmegen, waar binnen een betrekkelijk klein gebied veel te trainen valt: het onoverzichtelijke stationsgebied, de verkeersdrukte van het Keizer Karelplein, de roltrap in het winkelcentrum et cetera. “Belangrijk is bijvoorbeeld dat de hond denkt dat hij een meter breed is en twee meter hoog. Daar conditioneren en corrigeren we hem op. Altijd. Als je hem namelijk één keer door een opening van 90 centimeter zou laten gaan zonder correctie, ziet hij dat als de nieuwe norm die altijd kan.”

Speeltuin

Nadat het KNGF bij Tom weet wat voor vlees ze in de kuip heeft, kiest ze  samen met trainer Peter een voor hem geschikte hond uit, in dit geval Kelim. Peter gaat vervolgens met de hond langs bij Tom, voor de eerste kennismaking. Zeven weken later (Tom: “Dat is nog wel het moeilijkste in dit traject, dat je de hond hebt gezien en dan zo lang moet wachten”) wordt Kelim afgeleverd en begint de instructie. “Ik moest natuurlijk zorgen dat Kelim naar me luistert”, vertelt Tom. “Gezag ontwikkelen dus, want hij gaat je testen.” Peter voegt eraan toe: “Elke hond heeft een eigen wil. Wanneer jij niet duidelijk genoeg bent en links is de dierenarts en rechts het hondenspeelveldje, dan neemt hij je altijd mee naar het veldje.” Belangrijk is ook dat Kelim op de signalen van Tom reageert en niet op andere. Zodat hij bijvoorbeeld niet automatisch oversteekt bij het geluid van het groene voetgangerslicht, maar wacht op wat Tom aangeeft.

Afdak

Kelim heeft geleerd om de routes, die hij loopt, te onthouden. Zoals de route van bushalte naar de TU, en terug. Daartussen zit een best moeilijke kruising, die Tom een paar keer met Kelim wilde gaan oefenen. “Toen ik me voor de derde keer wilde omdraaien om die kruising op te gaan, weigerde Kelim.” Peter legt uit: “De hond snapt het doel dan niet meer: wil Tom nou naar de TU, of naar de bus?  Hij denkt niet ‘oh leuk, dit kunstje wil ik wel tien keer doen’.” Het onthouden van de laatste route zorgt soms ook voor grappige situaties. Zoals een keer tijdens een trainingsdag met Kelim buiten, zo vertelt Tom: “Het begon keihard te stormen toen we net klaar waren. Zo erg, dat we ergens verderop onder een afdak gingen schuilen. Op de volgende trainingsdag stuurt Kelim me dus opnieuw helemaal richting dat afdak. Hij kan natuurlijk niet weten dat we dat vanwege de storm deden.”

Voor Tom, zijn ouders en zus Femke is Kelim ondertussen een onlosmakelijk deel van het gezin geworden. En waarschijnlijk komt er binnenkort nog een hond bij: ook Femke heeft inmiddels een aanvraag voor een blindengeleidehond ingediend.

Nog meer van dit soort artikelen lezen? Neem dan een abonnement op De Stem en krijg elk kwartaal De Stem van Grave thuis in de bus. Word donateur!

Deze website is drempelvrij