Help mee!

Door een chip weer kunnen zien

Toen we, zes jaar geleden, voor deze rubriek professor dr. K. Hoying van het Radboudziekenhuis in Nijmegen interviewden, zei deze te verwachten dat er op langere termijn grote doorbraken zouden plaatsvinden voor de behandeling van retinitus pigmentosa. Dit is een verzamelnaam voor een aantal oogaandoeningen die allemaal tot gevolg hebben dat men slechter gaat zien. Het gezichtveld wordt kleiner en wel zodanig dat er ten slotte slechts een kleine 'koker' overblijft waardoor men soms wel en soms niet meer scherp kan zien.

Professor Hoying vertelde over laboratoria waar onderzoek gedaan wordt naar gentherapie en stamceltherapie. "Voor de echte blinden", zo voorspelde hij, komt er misschien ooit een kunstmatig netvlies. Daar wordt momenteel in Duitsland en de VS veel geld ingepompt. Er zijn testen uitgevoerd op proefdieren en de publicaties die ik daarover gelezen heb, zien er hoopvol uit. Maar een toepassing op mensen is wel heel gecompliceerd. Het netvlies is een onderdeel van de hersenen en het is uiterst moeilijk om daar zodanig invloed op uit te oefenen dat men weer redelijk normaal kan zien"

Maar onlangs leek het zover te zijn! In Duitsland is in 2011 bij ruim twintig mensen met retinitis pigmentosa (RP) een chip op het netvlies gezet waardoor sommigen weer 'beeld' kregen. In Labyrint, het wetenschapsprogramma van de NTR en de VPRO, zagen we de Nederlander Ludo Hoendervangers die aan het experiment deelnam en ruim een half jaar lang kon zien. Het ging echter wel om een heel beperkt 'zien'.

Eerst iets over het experiment. In het Duitse Tübingen heeft de oogarts professor dr. Eberthart Zrenner een chip bedacht die de functie van beschadigde cellen in het netvlies over kan nemen. De chip die 1500 lichtontvangers heeft, wordt geïmplanteerd in het netvlies en zet het licht dat opgevangen wordt via een magneet achter het oor om in een elektrisch signaal dat het 'zien' in de hersenen activeert.

Dit klinkt allemaal geweldig, maar men mag zich er nog niet al te veel van voorstellen. Het beeld is namelijk niet groter dan een pasfoto en het is zwart-wit. Bovendien is het niet scherp en is er weinig contrast. Een zeer vaag zicht dus. Ludo Hoendervangers kon zijn vrouw en dochter slechts in heel kleine deeltjes zien, dus nooit een volledig gezicht maar wel details als een stukje van een mond, neus of oor. In zijn geval bleek de implantatie niet helemaal goed te zijn gegaan en na nog enkele nieuwe pogingen moest de chip worden verwijderd. Maar toch, het lijkt een hoopvol begin van iets dat van grote betekenis voor sommige blinden en slechtzienden kan worden.

We vroegen professor dr. Hoying naar zijn oordeel over de vinding en ook hij noemt het een interessant begin. "Maar", waarschuwt hij, "denk niet dat een patiënt met zo'n chip nu echt volwaardig kan zien. Het zien is ongelooflijk ingewikkeld. Een gezond netvlies heeft 100.000 vierkante millimeter lichtgevende kegeltjes en die zijn allemaal onderling verbonden. De kleurnuances, het zien van contrast, de beweging van beelden, dat alles begint al op het netvlies en daarna moet het nog in de hersenen gezien en begrepen worden. Zo'n chip moet al een computer op zichzelf zijn en zover is het nog lang niet. Toen de vinding bekend werd, regende het hier telefoontjes van patiënten die hoopten dat er voor hen een wonder ging gebeuren. We hebben hen moeten teleurstellen. Er zijn maar liefst zestig verschillende typen van RP en voor de meeste daarvan zal de chip niets kunnen betekenen. En dan zal het ook nog vrij lang duren voor de vinding enigszins voldoet. Voor de verdere ontwikkeling is namelijk erg veel geld nodig."

Oké, het zal nog wel een aantal jaren duren voordat het RP-chipverhaal echt werkelijkheid wordt. Maar als sommige mensen er ooit weer echt door kunnen gaan zien zal het letterlijk opzienbarend zijn.

We vroegen Joke Smits, voorzitter van de contactgroep Retinabelangen van de Nederlandse Vereniging van Blinden en Slechtzienden, of zij de chip zouden laten implanteren. "Nee", zegt ze onmiddellijk. "Nee, ik geloof dat het zien mij niet meer zoveel interesseert. Als klein kind heb ik een heel klein beetje kunnen zien, en daar heb ik een mooie herinnering aan. Het licht, het gele van zonnebloemen, iets van mijn eigen kleren. Tja… eigenlijk ben ik wel nieuwsgierig genoeg om het te proberen maar… nee, ik geloof niet dat ik vooraan in de rij zal staan. Er wordt iets in je lichaam gebracht wat er niet in thuishoort. Dan moet je misschien ontstekingsremmers slikken en je weet nooit welke invloed die weer op je gezondheid hebben. Ik loop dit jaar voor de zesde keer de Vierdaagse. Ik ben gelukkig en gezond. Dat ga ik niet in de waagschaal stellen. Het is een fantastische uitvinding maar dan voor mijn kleinkinderen. Nee, die heb ik nog niet maar stèl dat ze RP zouden hebben, dan zou ik het ze toewensen."

Als we de secretaris van de Retinacontactgroep bellen maakt hij juist een spurtje naar een bushalte. Maar als de vraag tot hem doordringt roept ook hij zonder aarzelen: "Nee hoor, geen sprake van want nu weet ik wat ik heb en ik weet niet wat ik krijg. Het is een mooi idee, zo'n chip maar het zien heeft voor mijzelf geen toegevoegde waarde. Ik heb goed leren leven met mijn beperking. Het lijkt mij eerder lastig om te kunnen zien. Al die informatie die dan binnenkomt! Daar moet je naar leren kijken, daar moet je over nadenken en dan moet je het ook nog eens begrijpen… nee, voor mij hoeft het niet."


Uit: De Stem van Grave, mei 2012

Meer Oogaandoeningen

Deze website is drempelvrij