Glaucoom - visuele sluipmoordenaar
Glaucoom, in de volksmond ook groene staar genoemd, heeft eigenlijk een Ice Bucket Challenge nodig. Dat zegt dr. Richard Zegers (47), oogarts in het Diakonessenziekenhuis in Utrecht en Zeist. Glaucoom en de behandeling ervan is een van zijn specialiteiten. Meer bekendheid is volgens de oogarts belangrijk omdat vroegtijdige ontdekking van de oogaandoening verder gezichtsverlies of uiteindelijke blindheid kan voorkomen. ‘Naar schatting 100.000-150.000 mensen in Nederland hebben glaucoom. Ongeveer de helft ervan weet niet dat ze deze aandoening onder de leden hebben. Ben je er op tijd bij, dan is het vaak nog te stoppen of te vertragen.’
Wat is glaucoom?
Glaucoom is een oogaandoening waarbij de oogzenuw wordt aangetast. Kenmerkend voor deze aandoening is de typische uitval in het gezichtsveld. Het begint aan de randen en werkt langzaam naar het centrum toe. Het lezen bijvoorbeeld gaat nog lange tijd goed. Glaucoom is ook niet pijnlijk. Het kan lange tijd duren voordat mensen er echt iets van merken. Glaucoom is een ‘visuele sluipmoordenaar’. Het gezichtsveld gaat steeds verder achteruit en wordt langzaamaan steeds kleiner, alsof je door wc-rolletjes kijkt. Uiteindelijk kan blindheid volgen. Ongeveer veertig procent van patiënten wordt aan één oog blind en drie op de twintig glaucoompatiënten aan beide ogen, maar vaak pas tegen het einde van hun leven.
Hoe ontstaat deze oogaandoening?
Dat weten we nog niet precies. De oogdruk is een belangrijke risicofactor. De gemiddelde spanning op een oog is tussen de 10 en 21 (mm Hg*). Is de druk te hoog dan beschadigt de oogzenuw en neemt het gezichtsveld af. Hoe hoger de druk, des te meer kans op glaucoom. Overigens gaat dit niet altijd op. Er zijn ook mensen met een hoge oogdruk die nergens last van hebben. En omgekeerd.
Wie vallen nog meer in de risicocategorie?
Genetische aspecten spelen eveneens een belangrijke rol. Heb je een eerstegraads familielid (vader, moeder, broer, zus, kind) met glaucoom, dan heb je negen keer zoveel kans om deze oogaandoening te ontwikkelen. Ook mensen van Creoolse afkomst vallen in een verhoogde risicogroep. Voor deze groepen is een tijdige screening van belang. Over het algemeen screenen we mensen vanaf 40 jaar. Gelukkig wordt steeds meer bekend over de genetische aspecten, maar we zijn er nog lang niet.
Het is dus niet te genezen?
We kunnen na het vaststellen van glaucoom maximaal de situatie consolideren. Verbetering is niet mogelijk. Wat een patiënt aan gezichtsveld kwijt is, is ook echt weg. Glaucoom treedt meestal aan beide ogen op, al gaat een van de ogen vaak iets sneller achteruit. Soms constateert bijvoorbeeld een opticien in een vroeg stadium dat de oogdruk aan de hoge kant is. Voor een patiënt is dat geluk bij een ongeluk. Een optometrist of een oogarts stelt de schade aan de oogzenuw vast.
Welke rol speelt de oogdruk bij de behandeling?
Verlaging van de oogdruk is het enige dat helpt om de oogzenuw niet verder te beschadigen. Het maakt niet uit hoe hoog de druk aanvankelijk is, hij moet omlaag. Dat gaat van 30 naar 16 een stuk gemakkelijker, dan van 16 naar 10 bijvoorbeeld.
Hoe krijg je de oogdruk omlaag?
Daar zijn verschillende methodes voor. De meest gebruikte is het druppelen van de ogen, bijvoorbeeld met een prostaglandine of betablokker. Patiënten moeten dan een of meerdere keren per dag hun ogen druppelen. Dat schiet er soms bij in omdat mensen vaak weinig merken van glaucoom. Regelmatig druppelen is wel een absolute voorwaarde. Druppels kunnen ook bijwerkingen hebben, zoals prikkende ogen of wazig zicht. Sommige patiënten ontwikkelen een allergie voor de druppels, waardoor ontstekingen ontstaan. Een tweede methode is laseren. Het oog voert zelf overtollig vocht af door zeer kleine gaatjes in het oog. Met laseren worden de minuscule gaatjes iets verder opengezet en vermindert door het extra vochtafvoer de druk op het oog.
Wat als druppelen of laseren niet afdoende blijkt te zijn?
Dan is een operatie de volgende stap. Er zijn twee manieren van opereren. De eerste manier is het maken van een gaatje aan de voorkant van het oog, zodat het teveel aan vocht kan weglopen (trabeculectomie). In het oog maken we een flapje waaronder het gaatje wordt gemaakt. Daarna klappen we het flapje terug en hechten het weer. De oogdruk wordt hierdoor meestal verlaagd naar waarden tussen 8 en 12. Het lichaam heeft echter een natuurlijke neiging om te helen. Daarom groeit het gaatje bij ongeveer een op de vijf patiënten weer meer of minder dicht en stijgt de oogdruk opnieuw. Opnieuw starten met druppelen of een herstelingreep kunnen noodzakelijk zijn.
Een tweede manier is een glaucoomimplant. Wat houdt deze operatie in?
Bij deze methode zetten we een buisje (onder andere Baerveldt implant) in het oog waardoor het vocht wordt afgevoerd. Daartoe gaan we over het algemeen pas over als de trabeculectomie niet werkt. Het buisje groeit minder snel dicht en zorgt voor een stabielere oogdruk. Voor patiënten met veel oogontstekingen of die bijna blind dreigen te worden, gebruiken we vaak meteen deze methode. Mogelijk dat deze techniek op termijn zelfs eerste keus wordt.”
De wetenschap zit niet stil. Zijn er al nieuwe methodes in de maak?
Een oog maakt oogvocht aan via het corpus ciliaire. Door dit orgaan te bevriezen of met laser te beschadigen wordt minder vocht aangemaakt. Dit is vaak een laatste, onzeker redmiddel. Daarnaast is er de XEN-implant. Deze methode is vrij nieuw en lijkt veelbelovend. Daarbij wordt een buisje van collageen materiaal (eiwitten) door de oogwand gestoken. Het teveel aan vocht uit de oogkamer komt onder het oogslijmvlies terecht, waar het oplost. De eerste bevindingen lijken erg goed, de vraag is hoe de resultaten zich op de lange termijn ontwikkelen.
* Weergave oogdruk in millimeter kwikkolom (mm Hg).
Uit: De Stem van Grave, mei 2017
Meer Oogaandoeningen
- Myopie ofwel Bijziendheid
- ADOA ofwel autosomale dominante opticusatrofie
- Nystagmus of wiebelogen
- Slaapproblemen bij mensen met een visuele beperking
- Visuele klachten bij Parkinson en MS
- Hemianopsie of halfzijdige blindheid
- Amblyopie ofwel een lui oog
- Slechtziend of jeuk, een moeilijk dilemma
- Staaroperatie is veilig
- Achromatopsie
- Zicht op zien
- Glaucoom
- Retinoblastoom
- Blefarospasme
- Infectie door zoekgeraakte contactlenzen
- Netvliesloslating bij kinderen
- Het syndroom van Wagner
- Droge ogen en toch veel tranen
- Genetisch onderzoek naar oogafwijkingen
- Diabetes en oogproblemen
- Digitale mogelijkheden
- Infarct in het oog
- Macula degeneratie en voeding
- De oogproblemen van Mozart en Bach
- Buiten spelen belangrijk voor gezonde ogen
- Staaroperatie - een kleine geschiedenis
- DNA-onderzoek en slechtziendheid
- Oogarts Tjeerd de Faber: Veilig vuurwerk bestaat niet!
- Contactlenzen en hygiëne
- Usher en andere oogziekten - behandeling
- Peters anomalie
- Samen kijken naar een cliënt
- Netvliesloslating
- Droge ogen bij de ziekte van Sjögren
- Depressie en slechtziendheid
- Parkinson en oogproblemen
- Onderzoek bij cliënten met NAH
- Slechtziend en toch kunnen kijken in het donker met nachtzichtbrillen
- Oogaandoeningen bij te vroeg geboren kinderen
- Door een chip weer kunnen zien
- Staar
- Onderzoek bij mensen met een visuele en verstandelijke beperking
- Oogaandoeningen in Indonesië
- Macula pucker
- Bloedvatverstopping in het netvlies
- Kijken doe je met je hersenen
- Ooglidcorrecties
- Slechtziend en slechthorend
- Ooglaseren
- Macula degeneratie